Colombia, een gastvrije mix van Cumbia, jungles, grote bergsteden en zo veel meer

4 maart 2015 - Quito, Ecuador

Quito, Ecuador, 4 maart – Een nieuwe maand, een nieuw land. Vanuit ons hostel in een groot koloniaal pand in het centrum van Quito hebben we een prachtig uitzicht over de hoofdstad. Gelegen op 2850 m hoogte in het Andes gebergte is Quito de hoogst gelegen hoofdstad ter wereld en een beetje fris is het er wel. We kunnen terugkijken op een bijzondere maand in Colombia waarin we zo veel hebben meegemaakt, dat we het amper allemaal op papier kunnen zetten. Maar eerst nemen we jullie mee terug naar Panama, waar we de zeilboot op zijn gestapt om de reis van ons leven te maken...    

Panama city, 28 januari - Na een bescheiden rooftop-party in Panama City was het woensdag 28 januari vroeg opstaan. De dag was eindelijk daar om met een zeilboot naar Colombia te varen, een reis waar we al lang naar uitkeken. De auto naar het havendorpje El Porvenir deelden we met twee Nederlandse dames, Anne en Karin, die hun vakantie om een bruiloft in Colombia hadden gepland. Vanuit El Porvenir was het een pittig speedbootritje naar onze zeilboot die ergens tussen de Caribische San Blas eilanden voor anker lag. Een nieuwsgierige dolfijn sprong vrolijk met ons mee door de golven, wauw! We hadden goeie verhalen over de San Blas gehoord, maar dat het zo mooi was hadden we niet verwacht! Ze bestaan uit honderden kleine tropische eilandjes gelegen in de azuurblauwe Caribische zee. Sommige eilandjes worden bewoond door inheemse volksstammen, die hun eilandje volproppen met prehistorische huisjes en er een bende van maken; een groot contrast met het luxe Panama City, een paar uur verderop. De onbewoonde eilandjes, daarentegen, zijn adembenemend mooi met witte stranden en palmbomen en soms maar een paar tientallen meters groot, het paradijs!

Onze zeilboot lag er prachtig bij, samen met haar grote broer, een indrukwekkende catamaran. Beide boten waren eigendom van de Franse kapitein Jeppi (Jean-Piére), een echte piraat zo bleek. Opgegroeid als wees en opgevoed door z'n opa in de Caraïben kreeg hij al op jonge leeftijd z'n eerste zeilboot. Hij is de wereld rond gaan zeilen en heeft het roer nooit meer los gelaten. Met z'n getatoeëerde lichaam en gifgroene ogen was het een bijzondere verschijning. Jeppie zelf was kapitein op de catamaran, naar later bleek de partyboot. Hij had hulp van een jonge Argentijnse matroos en de blonde Australische Sophie, de kokkin. Onze boot werd bestuurd door een vijftigjarige Colombiaan genaamd Jaime en de jonge enthousiaste Australiër Dingo. Verder zaten er een tiental toeristen op onze boot, voornamelijk Europeanen. We hadden ons eigen claustrofobische slaapkamertje met badkamertje op de boot, erg knus. Verder was er een keukentje en beneden- en bovendeks een ruim zitgedeelte met tafeltje.

De eerste dag was het meer dobberen dan zeilen. We gingen aan wal bij een eilandje waar een lokale stam woonde in haar traditionele kleding: alsof we terug gingen in de tijd. We hadden het gevoel dat we in het Archeon museum liepen, aapjes kijken. En ze keken chagrijnig terug, wilden niet op de foto en probeerden onwaarschijnlijk lelijke gewaden te verkopen... de keerzijde van toerisme. Na dit cultuuruitstapje was het tijd om aan te meren bij een groot koraalrif en tussen de tropische vissen te snorkelen, prachtig, prachtig! Als we gingen eten werden de boten aan elkaar geknoopt en maakte de knotsgekke rumdrinkende Sophie een grote pan met pasta of rijst voor de 30 man die beide boten in totaal telde. En 's avonds was er een knallend feest op de party boot tussen de eilandjes, wetende dat de komende nachten een stuk ruiger zouden worden op de open zee.

En ruig werden ze... De dag begon heerlijk. Een ontbijtje, zonnebaden op het dek, verkennen van de mooiste onbewoonde eilandjes en snorkelen in het tropische water. 's Middags ging het avontuur echter echt beginnen toen we de rustige zee van San Blas verlieten en het zeil hesen voor de open zee. Zelden een groter contrast meegemaakt in amper een uur.  De golven veranderden al gauw in blauwe monsters van 5 meter hoog die ons zeilbootje bijna horizontaal het water op drukte. Iedereen hield zich krampachtig vast op het dek, hopende dat ie niet de eerste zou zijn die het "kotsspelletje" zou verliezen: iedereen had 1 dollar ingelegd en een naam uit de hoge hoed getrokken. Als jij de naam had getrokken van degene die het eerste zou overgeven won je de pot.. tenzij jij ook moest kotsen, dan ging de pot naar de volgende enz. En na amper een half uur begonnen de eerste verliezers zich aan te dienen bij de reling. De visjes ter plaatse hadden een heerlijk extraatje laten we maar zeggen. Ook ik (Stan) moest er, ondanks de ingenomen pillen tegen zeeziekte als zesde en laatste aan geloven, bah! Maaike voelde zich (zoals de meeste vrouwen op de boot) goed en had de jackpot bijna gewonnen, maar Anne kon alles net binnenhouden, waardoor zij de grote winnaar werd. Het enige wat ik kon doen was zo stil mogelijk gaan liggen op het dek, gezien het benedendeks een ware sauna was en je er alleen maar meer last van had.

Na een lange, nare nacht op de ruige zee was het de volgende dag een stuk beter. Ik kon weer wat eten en we hadden geluk met het weer. Het zonnetje scheen volop en de zee was een stuk rustiger. Op een gegeven moment kwam er een vijftal dolfijnen met onze boot mee springen, wat een adembenemend mooie dieren zeg! Ik was m'n zeeziekte spontaan vergeten en we genoten volop van de prachtige zeilreis tot aan Cartagena, Colombia. We kwamen die dag laat aan in de haven, waardoor we te laat waren voor immigratie en dus de nacht op de boot moesten blijven; een gek gevoel, gezien het Colombiaanse leven zich 25 meter van ons afspeelde, maar we er officieel nog niet waren. De Colombiaanse kapitein mocht echter wel aan land en kocht wat drankjes voor een laatste feestje op de boot, met als uitzicht de prachtige skyline van Cartagena die ons uitnodigend aanstaarde.

Cartagena is naar zeggen  de mooiste stad van Colombia en dus een mooie plek om een reis door Zuid-Amerika te beginnen. Blij dat we weer vaste grond onder onze voeten hadden, was Cartagena perfect om per voet te verkennen. De kern van de stad is de oude stad, waar inmiddels een miljoenenstad omheen is gebouwd. De stadsmuren zijn nog intact, evenals prachtige kerken, koloniale gebouwen en een grote burcht met uitzicht over heel Cartagena. We zaten in hetzelfde hostel als Karin en Anne en hebben deze dagen met deze gezellige Hollandse dames gegeten en gefeest. Hun favoriete spelletje was "gooi-een-tomaat-in-de-ventilator-en-kijk-wat-er-gebeurd", hilarisch! Ook hadden we de eerste avond een afsluitend feestje met de hele zeilcrew van beide boten, ergens op een dakterras in de stad incl. DJ. De tweede avond was het de belangrijkste avond van het jaar voor de gemiddelde Amerikaan: de finale van de Super Bowl, American Football! De café's stroomde vol met uit hun dak gaande Amerikanen en nieuwsgierige toeristen en Colombianen en in een spannende strijd trokken de Patriots (wie?) maar net aan het langste eind. En wij juichten vrolijk mee met een Grolsch-beugel in de hand.

We vervolgende onze reis langs de Caribische kust naar een andere miljoenenstad: Santa Marta. Een grote en drukke stad, maar prima om een dagje te vermaken met bijvoorbeeld het gratis goudmuseum: een expositie van de geschiedenis van Colombia, haar inheemse stammen en het vele goud wat door de indianen (officieel indigenas/inheemsen) mee het graf is genomen. Mensen die goud vinden zijn verplicht het te overhandigen aan de overheid wat voor een levendige goudhandel heeft gezorgd naar de rest van de wereld. Het is nu verboden om in de graven naar goud te zoeken, uit respect voor de indianen... hadden wij even pech. Santa Marta is echter vooral een uitvalsbasis voor twee natuurlijke parels: Ciudad Perdida, de verborgen stad en Tayrona national park, een jungleroute aan de Caribische zee.

Ciudad Perdida is een eeuwenoude indianenstad (ongeveer 650 na Christus) ver verstopt in de jungle van het Sierra Nevada gebergte. De stad is pas een aantal decennia geleden ontdekt door goudzoekers en is nu te bezoeken door toeristen. Het beslaat echter wel een tocht van 50 kilometer; 5 dagen in de bloedhete jungle met jaguars en poema's, slapen in vieze hangmatjes en stapelbedden. Bovendien was het een muggenparadijs vanwege de hoge luchtvochtigheid. De tocht was alleen te doen via een touroperator waar een klein prijskaartje aan hing. Al dit zorgde ervoor dat de meeste toeristen het toegankelijke Tayrona national park verkiezen. En daar zouden ze veel spijt van moeten hebben, want deze hike door de diepe jungles van Colombia was één van de hoogtepunten van onze reis.

We vertrokken 's ochtends vanuit Santa Marta met een jeep die ons naar El Mamey bracht, een klein bergdorpje aan de rand van de jungle. Na een goeie lunch vertrokken we met z'n tienen de jungle in. Twee gidsen, een Brits en een Amerikaans stel, twee Argentijnse dames en wij. In totaal was de tocht 47 km, voornamelijk berg op en berg af. Op de route waren 3 kampen waar we in totaal vier nachten zouden slapen. Alles wat we bij ons hadden was een rugzakje met wat kleren, toiletspullen, water en veel anti-muggenspray. De hoofdgids Wilmer had het figuur van Super Mario met een dikke bierbuik en was zeker in de 40, en kon lopen als de beste. De eerste dag begon pittig met een pittige klim over modderige paden, die ons verder van de bewoonde wereld brachten. Het Britse en Amerikaanse stel bleken stugge en fitte klimmers met hun stevige wandelschoenen . De Argentijnse dames op hun All Stars hadden de tocht wat onderschat en liepen vaak vloekend achteraan. En wij liepen hier op onze Ascics sportschoentjes vaak keurig tussen.

We konden die middag afkoelen in een riviertje met grote spinnen, dat wel. Af en toe hadden we een geweldig uitzicht over het groene regenwoud en werd er verse ananas of watermeloen voor ons klaargemaakt. We konden water drinken uit de natuurlijke bronnen van het regenwoud. Wilmer had een spray bij zich die ook wordt gebruikt om medische apparatuur te ontsmetten. Twee pufjes moesten voldoende zijn om de bacteriën in het water te doden... Na de eerste top bereikt te hebben was het een steile afdaling naar het eerste kamp, een mini dorpje waar een rij stapelbedden, hangmatten, twee keukens en tafels met banken om een riviertje heen waren gebouwd. Het was het enige kamp waar nog elektriciteit was en we sliepen er in hangmatjes. In het kamp was een kok aanwezig die een heerlijke maaltijd met grote kluiven kip bereidde. Iedereen zocht op tijd z'n hangmatje op en het zou een koude onrustige nacht in de bergen worden.

De volgende dag moesten we er vroeg uit en stond er naast een fors ontbijt 8 uur hiken op het menu. Het was een pittige maar prachtige wandeling steil de berg op of af. De omgeving veranderde continue van kleine paadjes door het dichte regenwoud, tot open groene vlaktes met grazende koeien tot nauwe steile paadjes langs de rivier. Af en toe moesten de schoenen uit om de rivier over te steken. Het waren scènes uit een Indiana Jones film. Het was fascinerend om te zien dat hier echt verschillende stammen Indianen woonden in witte gewaden en lange haren die af en toe te paard langs kwamen stuiven. De Wiwa's en Kogi's woonden in ronde huisjes van bamboe en stro met hun varkens, kippen en kalkoenen. We hadden lunch in kamp 2, waar we wat konden zwemmen, en liepen de hele middag door tot kamp 3, vlak bij de verborgen stad, waar we de kuitjes al aardig begonnen te voelen. Hier sliepen we in stapelbedden die al maanden niet verschoond leken, maar ach..we waren zelf ook niet meer de friste na 2 dagen zweten in de jungle. De derde dag was het een steil stuk omhoog langs de rivier, de rivier over en 1200 treden omhoog naar Ciudad Perdida.

De verborgen stad, alleen te bereiken te paard of te voet of per helikopter, we hadden het gehaald. Op de top (1200 m) van de jungle was deze stad ooit één van de machtigste van Colombia. De inwoners hebben de stad verlaten toen bleek dat er duistere krachten heersten. Tot enkele decennia geleden was de stad volledig bedekt door het regenwoud, maar na haar ontdekking zijn de stenen fundamenten van de hutjes en paden weer zichtbaar gemaakt, een jarenlange operatie. De stad is tegen een steile helling opgebouwd: de hoogste hutjes (dichter bij de hemel) waren voor de belangrijkste mensen. Het uitzicht vanaf de stad was adembenemend en je kon kilometers ver de vallei in kijken.

Na een interessante rondleiding en uitleg van onze gids Wilmer begonnen we die ochtend nog aan de hike terug, exact de zelfde weg als dat we kwamen. Door de prachtige route en uitzichten was het echter geen moment saai. Ik heb zelfs na een jaar weer m'n rentree gemaakt op een klein voetbalveldje op de top van de berg. En ja, het Holland/Wiwa duo heeft het Amerikaanse/Britse duo ingemaakt... wat was die kleine behendige indiaan goed! En twee dagen later waren we weer in El Mamey, moe, zere voeten, vies maar voldaan. Met een heerlijk koud biertje en een gebakken visje konden we terugkijken op een onvergetelijk avontuur.

Het was weer even wennen in het drukke Santa Marta, maar we konden ons opladen voor onze volgende hike, Tayrona. We hebben eerst een dagje gechilled in Taganga, een toeristisch vissersdorpje met een klein en druk strandje. 's Avonds was het wel een heel mooi feestje met de Argentijnse dames en een oude Brit, die maanden als bioloog op een cruiseschip had gewerkt en van een korte vakantie genoot voordat hij weer naar z'n kinderen in Engeland ging. De volgende dag zaten onze brakke kopjes vroeg in de bus naar Tayrona. Bij de ingang van het park was het mega druk en lang wachten op een kaartje. Echter toen we eenmaal het park in liepen, zagen we al gauw bijna geen toeristen meer, heerlijk! Tayrona staat bekend om z'n jungle langs prachtige Caribische stranden met grote rotsformaties, aapjes, knaagdieren zo groot als katten en mooie vogels. Wij zagen vooral een zanderig pad door de jungle met weinig boeiends, een enkele toerist op een paard. We snapten de euforie rond het populairste park van Colombia niet zo goed, maar liepen stug door.

Tot we bij de beoogde camping aankwamen voor die nacht aan het einde van de route. Rondslingerde aapjes verwelkomden ons en twee prachtige stranden lagen op ons te wachten. Wat bleek nu, we hadden het ruiterpad genomen in plaats van de wandelroute langs het strand... balen! Ook de camping viel wat tegen, gezien het super toeristisch was en we met moeite een klein en duur tentje konden bemachtigen, maar de omgeving was prachtig. De volgende ochtend ben ik alleen een mooie hike gaan maken dieper de jungle in naar een pre-Hispanisch dorpje, Peublito, terwijl Maaike wat is gaan lezen op het strand. En die ochtend nog zijn we terug gelopen naar het eerste strand van Tayrona, Arrecifes en deze keer wel de juiste route en wauw..we begrepen Tayrona. Een schitterende wandeling door de jungle met uitzichten over de prachtigste stranden, de een nog mooier dan de ander. Als we zin hadden konden we een duikje nemen in de schitterende zee. Aangekomen in Arrecifes, zochten we een budgetcamping voor onze tweede nacht. Er was hier een stuk meer keus, maar het nadeel was dat je hier niet kon zwemmen en overal zwarte vlaggen in het zand stonden om je eraan te herinneren dat er honderden mensen verdronken zijn door de sterke stroming. Op de camping kwamen we de Argentijnse dames voor de laatste keer tegen en we hebben met z'n vieren op het strand gechilled, zijn op zoek gegaan naar de Tayrona alligators (en gevonden!) en hebben 's avonds samen gegeten en gelachen. De dag erna hebben we afscheid van ze genomen, een heerlijk chocoladebroodje gegeten bij de plaatselijk geroemde strandbakker en zijn weer terug gelopen naar de ingang van het park..verrassend rustig weer..paarden..verrassend weer het ruiterpad..iets met ezels en twee keer stoten..?

Vanuit de prachtige natuur in Tayrona, kwamen we voor een laatste keer terug in de drukte van Santa Marta. We haalden onze grote backpacks op in ons hostel die we daar gestald hadden en konden ons opmaken voor het grootste volksfeest van het jaar: carnaval in Barranquilla, na Rio de Janeiro het grootste carnavalsfeest ter wereld! De miljoenenstad Barranquilla, waar normaal niet zoveel te beleven valt wordt in deze vier dagen omgetoverd tot één grote feesttempel. Hostels in de stad zaten al maanden vol, dus we moesten het over een andere boeg gooien. Via via kwamen we in contact met studente Natalia, die in Barranquilla woonde met haar familie. Tegen een mooi prijsje konden we met carnaval in de kamer van één van haar broers slapen, gezien hij toch non-stop aan het feesten is. Deze mogelijk pakten we met beide handen aan en eer we het wisten zaten we bij de familie Donata op de bank; in een bescheiden maar netjes appartementje midden in het drukke Barranquilla.

Natalia kon erg goed Engels, maar haar familie des te minder. Naast haar twee broers en ouders sliep haar tante uit Spanje er ook. De avond voor carnaval ging de familie Donata al flink los op een besloten familie feestje, terwijl tante op ons paste. De tante regelde een taxi voor ons en stuurde ons naar een mega grote shopping-mall, we hadden weinig in te brengen. We hebben onze voorraad kleding wat aangevuld en zijn op tijd gaan slapen. De volgende ochtend, bij het ontbijt, bleek dat de familie nog maar een paar uur thuis was en zaten ook vader en moeder met brakke kopjes aan de koffie. Het was de dag van de openingsparade, de grootste en belangrijkste van allen. Natalia was voorzitster van de vereniging voor internationale studenten en nodigde ons uit met ze mee te gaan naar de parade, waarvoor de kaartjes anders alleen nog via de zwarte markt te bemachtigen waren. Voor een prikkie zaten we op de eerste rij tussen de internationale studenten, biertjes weg te tikken, goed geregeld!

De parade begon wat rustig, maar toen ging het ook echt los. Het was het meest uitbundige en kleurrijke feest wat we ooit gezien hebben. Vier uur non-stop kwamen de prachtigste wagens voorbij met immens grote speakers die de Cumbia en Rumba melodieën dreunden tot in de uithoeken van de stad. Op en tussen de wagens duizenden dansende mensen: Swingende schaars geklede vrouwen (en mannen) met verentooien, mensen in leeuwenpakken, travestieten, steltenlopers, the A-team, alles kwam lachend en dansend voorbij en het publiek deed vrolijk mee! Nog vol met adrenaline dansten we naar huis met de nog steeds brakke Natalia en pakten we wat rust voor het grote avondconcert in het plaatselijk voetbalstadion. De grootste Puerto Ricaanse reggaeton-artiesten als Don Omar en Mr. Black traden vanavond op, in Colombia absolute muziekgoden. En dat hebben we geweten, want het stadion ontplofte tijdens het concert en ook wij hebben het Colombiaanse feest tot diep in de laatste uurtjes meegevierd.

Hoewel de Colombianen nog drie dagen door zouden feesten was het voor ons tijd om de volgende dag een nachtbus naar Medellin te pakken, een paar honderd kilometer naar het zuiden. We waren in inmiddels al opgenomen in de familie, die ons zelfs probeerden over te halen langer langer te blijven. En tot op de dag van vandaag krijgen we nog steeds bezorgde what's-appjes van moeder Donata of het nog goed met ons gaat. Wat een lief en gastvrij land is Colombia, dit hebben we nog niet eerder zo op onze reis gevoeld. Hier kwam nog een schepje boven op toen we op het chaotische busstation van Barranquilla aankwamen. De hal was één grote wurmende massa mensen die schreeuwend een kaartje probeerden te bemachtigen om de uitpuilende stad uit te komen. We hadden dan wel gereserveerd, maar de rij bij het loket was oneindig en onze nachtbus vertrok bijna. We begonnen onrustig een beetje rond te lopen en te vragen toen er een jong Colombiaans meisje op ons af kwam. Ze vroeg ons in haar beste Engels waar we naar toe moesten en sleepte ons door de verbaasde massa heen naar de kassa. "Deze toeristen hebben gereserveerd, en hun bus vertrekt bijna". De man achter de kassa, te verrast om iets te zeggen, voerde gelijk onze gegevens in, printte de tickets uit en we konden net op tijd op onze nachtbus stappen. "God bless you!", riep het meisje nog en verdween zelf in een andere bus, we hadden amper tijd om haar te bedanken. En we voelde ons inderdaad gezegend in dit prachtige en gastvrije land.

De bussen in Colombia zijn super lux vergeleken met die in centraal-Amerika en dat was even wennen. We hadden wifi, ruime en luxe stoelen, ons eigen schermpje om films te kijken en airco..zoveel airco dat je al je kleren aan moet trekken om je warm te houden. We hadden nu gereserveerd i.v.m de drukte rond carnaval waardoor we de hoofdprijs betaalden. Normaal kun je onderhandelen op het busstation gezien de grootste concurrentie en kun je voor een paar euro grote afstanden overbruggen, ideaal!

De volgende ochtend kwamen we nog koud van de airco aan in Medellin, met 3 miljoen inwoners na Bogotá de grootste stad van Colombia. En dit was even andere koek, niks Caraïben, niks zee, strand en tropische temperaturen. We zaten in de bergen en met heerlijk lenteweer het hele jaar door is het hier goed vertoeven. De miljoenenstad ligt er prachtig bij in een grote vallei, die tot de nok vol is gebouwd. Amper 20 jaar geleden benoemd tot gevaarlijkste stad ter wereld, maar daar is nu niets meer van te merken. In de straten waar in de jaren '90 gemiddeld dertig mensen per dag omkwamen in het drugsgeweld tussen het Medellin kartel en het Cali kartel, konden we anno 2015 zorgeloos rondlopen.

We wilden meer weten van de geschiedenis van Colombia en hoe het kan dat het gevaarlijkste land van Latijns-Amerika en misschien wel de wereld in enkele decennia is opgebloeid tot het veiligste land. We wisten al dat guerrillastrijders als de FARC geen rol meer van betekenis speelden door goed optreden van de regering. De kopstukken zijn vermoord en een verzwakte FARC, diep teruggetrokken in de Colombiaanse jungles heeft vrede gesloten met de regering. Maar hoe zat het nou precies met het drugsgeweld. Colombia verzorgt nog steeds 60% van de cocaïneproductie in de wereld en op elke hoek van de straat kun je wiet of coke kopen. De regering lijkt dit te gedogen en politiebeambten houden af en toe hun handje op om zich stil te houden. Als toerist is hier echter weinig van te merken en zolang je 's nachts niet alleen en dronken over straat loopt is het overal erg veilig.

Om de situatie van de jaren '80 en '90 te begrijpen hoef je maar één man te begrijpen, Pablo Escobar. Escobar, in '93 neergeschoten door de politie, was ooit de grootste drugsbaron ter wereld en werd dankzij zijn wereldwijde cocaïne- handel één van de rijkste mensen op deze aardbol. We hadden een tour geregeld door Medellin bij niemand minder dan de broer van Escobar, Roberto! Hoewel hij zelf de tour niet doet, kon je 'm als toerist ontmoeten, echter was bij nu voor zaken de stad uit. Een jonge goed Engels sprekende gids reeds ons rond in een busje, waarbij hij ons naar een aantal interessante plaatsen bracht in Medellin: het graf van Pablo en z'n familie, één van zijn gebombardeerde panden en het meest bijzondere; zijn huis waar hij een dag voor z'n dood z'n verjaardag heeft gevierd. Dit huis had hij zorgvuldig uitgekozen hoger gelegen in de stad, zodat hij zicht had op het vliegveld en zijn in - en uitkomende drugsverkeer nauwkeurig kon volgen. Hoewel hij (naar zeggen) zelf nooit coke heeft gebruikt was het een krankzinnige man. Hij had z'n eigen pretpark met dierentuin gebouwd (dat overigens nog steeds bestaat), waarvoor hij leeuwen en nijlpaarden uit Afrika over liet vliegen. Er is ooit een nijlpaard ontsnapt met de nodige doden als gevolg. Hij was zo machtig dat, toen hij uiteindelijk toch echt naar de gevangenis moest, hij z'n eigen gevangenis liet bouwen, wat meer weg had van een vijfsterrenhotel hotel. Zijn familie mocht bij hem inwonen en hij liet regelmatig een profclub overkomen om met hem een potje te voetballen in de gevangenis.

Hoewel het uiteraard een grote crimineel is die verantwoordelijk is voor duizenden doden was hij toch ook erg geliefd bij een groot, voornamelijk arm gedeelte van de bevolking. Hij investeerde veel van z'n drugsgeld in scholen, huizen en sportfaciliteiten voor de armen. Toen een hele sloppenwijk door natuurgeweld met de grond gelijk werd gemaakt heeft hij duizenden nieuwe huizen laten bouwen. Hij heeft zelfs in de politiek gezeten en aangeboden de hele buitenlandse schuld van Colombia af te betalen. Na zijn dood zijn de drugskartels de kop ingehakt en is het drugsgeweld af genomen tot vrijwel nul. Het resultaat is een prachtige en vrijwel veilige stad in volle economische bloei. Enkel in de sloppenwijken hoog in de bergen is de situatie anders, waar jochies het succes van Pablo Escobar proberen te evenaren, maar hier heb je als toerist niets te zoeken.

Vanuit Medellin hebben we een uitstapje gemaakt naar Guatapé, een prachtig dorpje gelegen aan een kunstmatig stuwmeer, gelegen in de bergen. In de omgeving stond een reusachtige rots van 200 meter, El Peñon. In een scheur in de rots is een trap van 650 treden gemaakt naar de top, die je een fenomenaal uitzicht verschafte over het stuwmeer dat zich als een doolhof uitstrekte in de prachtige groene omgeving.

Na miljoenenstad Medellin was het weer tijd de natuur in te duiken. Vijf uur rijden naar het zuiden ligt Salento, een schattig dorpje gelegen in een cloud forest. Het hostel waar we sliepen was hilarisch en uniek. Gelegen aan de rand van het dorp met uitzicht over de groene bergen waren de overigens prima kamers met afvalmaterialen in elkaar gezet. Het werd gerund door een familie met twee puberzoons die zelf in het huis naast het "hostel" woonden. Toen we aankwamen bleek dat de ouders out of town waren, zaten de zoons met twee Israëlische jongens heerlijk te chillen in de boomhut en was het relaxte, onbevangen hippiesfeertje gelijk duidelijk. Na een heerlijk dagje niets doen (daar hebben we er niet zoveel van tijdens onze reis) was het de volgende dag tijd om een koffieplantage te bezoeken. De streek rond Salento staat bekend als Zona Cafatera, waar koffieboeren na Brazilië en Vietnam de grootse hoeveelheid koffiebonen ter wereld verbouwen. Haar ligging in de bergen dicht bij de evenaar geeft de streek het perfecte klimaat voor de beste kwaliteit koffiebonen. Het was een professionele tour waarin we in de rol van koffieboer het hele proces van plantje tot de geroosterde bonen zelf konden ervaren. Daar liepen we dan met onze heupmandjes denkbeeldige bonen te plukken op de plantages, het was immers geen oogstseizoen. We kregen les in verschillende types koffieplanten, genetisch manipulatie om ziektes en parasieten tegen te gaan en de essentiele rol van chemicaliën (wat nou organische koffie) en het filter-, scheidings- en roosterproces. En het kon er natuurlijk niet aan ontbreken om onze eigen versgemalen koffie te zetten en te proeven op de ouderwetse, maar nog steeds superieure "oma's-kous-filter" methode, mmmm. 's Avonds was het tijd voor een bescheiden feestje met een hippiestel uit Australië en een bijenteler uit Frankrijk. We werden bekend met een typisch stukje Colombiaans vermaak: Tejo. Onder het genot van een biertje krijgt iedereen een zware metalen schrijf (Tejo) om mee te gooien. 8 meter verder staat een grote bak met klei met in het midden een aantal rotjes op een metalen ring. De kunst is om een zo groot mogelijke explosie te veroorzaken door in/op de metalen ring te gooien. Degene met de minste punten mag de biertjes betalen. Met nog piepende oren sloten we de avond af met een ouderwets potje pool.

De volgende dag bezochten we het Nationale Park waar Salento zo beroemd om is: de Cocora vallei met de hoogste palmbomen ter wereld. Een jeep vanuit het centrum bracht ons aan het begin van een vier uur durende hike door het park. Vergezeld door de Australiërs, genoten we van een wandeling door een magische omgeving. Na een prachtige hike langs kleine beekjes, hangbruggetjes en watervallen kwamen we uiteindelijk aan in de vallei waar 60 meter hoge palmbomen ons zo nietig als mieren lieten voelen. De omgeving was als een scène uit Jurassic Park en we waanden ons in een andere, onwerkelijke wereld.

Diezelfde avond nog pakten we een bus naar de hoofdstad Bogotá waar we om 5 uur in de ochtend aankwamen. Het zijn nooit de beste nachten, maar je spaart een nacht uit en hoeft niet de hele dag in de bus te zitten. Bogotá ligt op 2500 m in de bergen en dus een stuk frisser dan wat we gewend waren. En Bogotá was reusachtig, met ongeveer 9 miljoen inwoners drie keer zo groot als Medellin. Veel mensen raadden ons af om naar Bogotá te gaan, koud, regenachtig, hectisch en weinig te beleven. Maar in onze ogen konden we zo'n wereldstad onmogelijk links laten liggen, en daar hebben we geen spijt van gekregen. We hadden erg geluk met het weer, dat wel, en met een heerlijk zonnetje was het heerlijk rondlopen. Ook kwamen we aan op zondag, waardoor het hectische verkeer ook erg meeviel. Ze hebben op zondag zelfs een autoverbod in het centrum, iets waar we in Nederland nog wat van kunnen leren. Bogotá oogde moderner dan de rest van Colombia, een typische hoofdstad. De stad had een jonge en frisse energie die ons wel beviel. We waren samen met William, een jonge Canadees die 10 maanden op reis is en over een paar dagen een pitstop maakt in Canada om z'n vriendin en familie weer even te zien.  Om de stad in een letterlijk breder perspectief te plaatsen namen we een treintje de Cerro de Monserrate op, een berg aan de rand van de stad. Het was een spannend ritje steil de berg op, maar het uitzicht boven op de top was verbluffend. De stad strekte zich uit zover je kon kijken de bergen in, een onwerkelijk gaaf uitzicht! Om de variatie er in te houden zijn we met de gondel weer naar beneden gegaan (even spannend) om daarna de trots van de stad te bezichtigen: het goud museum. Een kolos van een gebouw, vier verdiepingen hoog, waar de grootste hoeveelheid goud ter wereld was geëtaleerd. De goudstukken waren tentoongesteld in de meest prachtige sieraden en bewerkingen, duizenden jaren geleden gemaakt door de indianen. 's Avonds heeft William een typisch Canadees gerecht voor ons gemaakt en hebben we 's avonds geprobeerd een feestje te bouwen. Gezien het zondag was, waren bijna alle kroegen dicht en viel het feestje in de stad wat tegen.

We waren daardoor de volgende dag wel fit voor een fietstour door de stad, net als in Guatemala city de perfecte manier om een grote stad te verkennen. De guide was een goed Engelssprekende jongen van de stad, eveneens graffiti artiest. Met een groepje toeristen fietsen we achter 'm aan door de miljoenstad. We bezochten verschillende buurten met ieder z'n eigen kenmerken. We proefden verschillende soorten typisch Colombiaans fruit, speelden Tejo (het vuurwerkspelletje) en fietsen lang de prachtigste graffiti schilderingen. Elke beschilderde muur had z'n eigen verhaal en vertelde iets over de geschiedenis en identiteit van de stad. Hij liet de plek zien waar Justin Bieber recentelijk met z'n bodyguards kwam om een groot wietblad op een muur te spuiten. De Amerikaanse tienerster werd massaal toegejuicht terwijl net ervoor in de stad een Colombiaanse jongen is doodgeschoten door de politie toen hij graffiti spoot. Deze hypocrisie schoot bij de graffiti community in het verkeerde keelgat en als protest hebben ze de stereotype wietplant van Bieber overgespoten met hun eigen werken.

De volgende ochtend was het vroeg opstaan voor een lange reis naar de Tatacoa woestijn, een paar honderd kilometer ten zuiden van Bogota. Beschermd door bergen aan alle kanten is hier een uniek eco-systeem ontstaan dat nergens anders in Combia te vinden is. Technisch gesproken is de Tatacoa-woestijn een "semi-arid droog tropisch woud". De temperatuur, die op kan lopen tot 50 graden, cactussen, schorpioenen en wezels maken het plaatje compleet. Om de woestijn te verkennen hebben we paarden gehuurd. Anders dan in Cuba, konden we ze gewoon zelfstandig meenemen voor een paar uur. Zolang we ze maar in de schaduw lieten staan als we ze ergens stalden. Op het begin was het wat onwennig en kregen we de paarden amper in draf, ook zij leken het gewoon te warm te vinden! Echter, na een tijdje kregen we wat meer controle en af en toe kregen we de paarden zelfs in galop, erg gaaf!

Vanuit Tatacoa was het die middag opnieuw een lange busrit naar San Agustin,  in zuid Colombia. Aan het begin van de avond kwamen we aan in dit rustige dorpje dat z'n faam te danken heeft aan de pre-Hispaanse (0-100 AD) stenen beelden. Het zijn in steen gehouwen beelden van mensen, monsters, reptielen en andere dieren. Hoewel er verder niets bekend is van het volk dat ze zoˈn 2000 jaar geleden gemaakt heeft, kunnen archeologen aan de hand van de beelden veel leren over hun cultuur en ideeën over bijvoorbeeld het hiernamaals, echter blijft veel speculatief. De stenen beelden zijn te bezichtigen in de hele streek, maar wij hebben alleen het hoofdpark mee gepakt, waar je een prachtige hike kon maken langs de beelden.

De route van San Agustin naar de grens met Ecuador loopt via Mocoa, het puntje van de Amazone, via de "trampoline of death" naar Ipiales. Deze route recht door de bergen wordt gezien als één van de gevaarlijkste van het continent. Een smal mistig zandweggetje loopt langs een diepe afgrond door watervallen en wegonderbrekingen. Bij een tegenligger moest er soms achteruit gereden worden tot de weg breed genoeg was voor een veilige passage. Het was een spannend tochtje, maar de fantastische uitzichten maakten veel goed. We kwamen 's avonds aan in Ipiales, 7 km van de grens waar we een simpel, maar prima hotel hadden gevonden. Voordat we de grens over gingen hebben we de volgende ochtend één van de beroemdste kerken van Colombia bezocht, de Santuario de Las Lajas. De prachtige kerk is gebouwd in een groene valei en is boven een rivier tegen een steile klif aangebouwd, een unieke verschijning. Voor gelovigen in de wijde omtrek is het een populair bedevaartsoord. De grensovergang met Ecuador ging  verassend soepel, helemaal vergeleken met centraal-Amerika. Over de grens konden we zo overstappen op een andere bus en zes uur later zaten we in Quito, de hoofdstad van Ecuador!

Aan de start om weer een prachtig nieuw land te ontdekken, maar daarover meer in onze volgende editie. Zoals je kunt lezen zijn we nog steeds optimaal aan het genieten van onze reis en we hopen dat jullie ook in Nederland genieten van alles wat op jullie pad komt. Tot ons volgende verslag!

 

Foto’s

2 Reacties

  1. Anne:
    6 maart 2015
    Wauw, weer een prachtig verhaal Maaike en Stan.
    Liefs,
    Anne
  2. Dick en Gre:
    13 maart 2015
    Beste Maaike en Stan, van Oma Verwer hoorde wij dat jullie al weer terug moesten vanwege een hondenbeet. Sneu voor jullie maar we hopen dat het goed komt gezondheid gaat voor. We hebben van jullie verhalen genoten. We weten niet of jullie nog weer terug gaan maar kijk eens even op de site van de Telegraaf.Daar zoeken ze mensen die naar Colombia willen reizen en daar verslag van willen doen. We wilden jullie dit even laten weten. Maaike van harte beterschap, groetjes Dick en Gre.